Stikstof is een kleur- en reukloos gas. Ongeveer 78% van alle lucht om ons heen bestaat uit stikstof. Stikstof zelf is niet schadelijk voor mens of milieu. Maar in combinatie met zuurstof of waterstof, is stikstof dat wél. Deze combinaties noemen we stikstofoxiden (stikstof met zuurstof) en ammoniak (stikstof met waterstof). Stikstofoxiden ontstaan vooral door uitlaatgassen en industrie. Ammoniak komt voornamelijk voort uit veeteelt.
Deze stikstofoxiden en ammoniak komen via de lucht of via neerslag terecht in de natuur. Dat is niet direct slecht, omdat veel planten er beter door gaan groeien. Stikstof wordt pas een probleem als er te veel van is. Sommige planten groeien dan heel goed, maar verdrukken daardoor planten die beter gedijen op voedselarme grond. En dat gaat ten koste van de biodiversiteit.
Ook door het gebruik van infrastructuur en bij bouw- en infraprojecten komt stikstof vrij. Om dit te compenseren, werd vaak de PAS-regeling gebruikt: de Programmatische Aanpak Stikstof. Met de PAS was het mogelijk om ontwikkelingen te realiseren als er in de toekomst maatregelen genomen zouden worden om de natuur te herstellen. Bijvoorbeeld: als we stráks allemaal in elektrische auto’s rijden, compenseert dat de extra stikstof de we nú uitstoten.
Op 29 mei 2019 oordeelde de Raad van State dat de toekomstige maatregelen zoals in de PAS geen solide onderbouwing zijn voor stikstofcompensatie: stikstofcompensatie moet nú al concreet zijn, niet pas in de toekomst. De PAS mag daarom niet meer worden gebruikt.
Lees ook: